Inmiddels ben ik aangekomen in de Provence. Waar zal ik gaan zitten? In het noorden, de Vaucluse? Mooie gites bij Gordes en Lacoste, makkelijk gevonden op internet. Of toch meer naar de kust, in de buurt van Cannes? Bij Saint-Paul de Vence. Daar stikt het immers van de artiesten, net als mij: ik noem ‘n Jean des Bouvries. Of in de Var, in de heuvels, op een uur van de kust? Kan allemaal.
Na een dagje huizen kijken rij ik Saint-Tropez binnen. Hier ga ik iets drinken met een maat van mijn broer, die in de winter in de haven ligt, klussend aan zijn charterschip. Tot dan toe had ik een voorspoedige reis gehad. Auto reed als ‘n zonnetje, geen problemen. Geen last gehad van politie, ook fijn (ik weet natuurlijk niet wat er op me wacht als ik in mei thuis kom. Snelheidsflitsbekeuringen komen tegenwoordig gewoon thuis, schijnt. Ook dat is een verenigd Europa…).
Rustig rij ik over een boulevard, intussen telefoon aan ‘t oor, op zoek naar de haven. Ik merk dat ik verkeerd rij en draai via een een u-turn de andere kant op. Mocht niet, volgens een bord, maar er mag zoveel niet. Ineens rijdt er een politiebus achter me en hoor ik een sirene. Voor mij, kennelijk: ik moet stoppen. Niet zo best… Herinnert u zich deze nog? Louis de Funès? Gendarme in Saint-Tropez. Schijnt grappig te zijn, die film (vinden Fransen, maar Frans moppenboek is dan ook net zo dik als het Duitse). Grappig is de Franse politie zelf in ieder geval niet. Geen Hollandse toestanden, waar agenten behoorlijke watjes zijn, met wie het fijn discussiëren is.
Een van de agenten vraagt mijn papieren, neemt ze mee. Ik moet 90 euro boete betalen, zegt-ie. Nu te betalen. Nee, hij accepteert geen American Express. Hij wil al helemaal niet met mij in discussie, tenzij ik er nog een boete bij wil. Ik heb 5 minuten om te pinnen. Anders neemt hij m’n auto in beslag. Wat ‘n lul. Ik haal bakzeil en pin. Terug bij de politiebus is de agent inmiddels bezig de bon uit te schrijven. Zijn collega zit er naast. Op barse toon vraagt-ie af en toe wat. Hier word ik opstandig & driftig van. Ik overweeg mijn opties, wat kan ik doen? Beetje sarren is het enige dat ik kan bedenken. Ik begin tegen ze te praten, in het Nederlands. “Je vrouw is lelijk en doet het met de buurman, maar liefst met de buurvrouw, terwijl jij bonnetjes uitschrijft”. Ik moet stoppen, zegt-ie boos, hij vermoedt dat ik hem beledig. Ik vertel dat ik wel in het Nederlands moet praten, omdat mijn Frans te slecht is en ga nog even door met mijn trashtalk. Tot zijn collega ineens het gehad heeft, bliksemsnel uitstapt, mijn arm op mijn rug draait en me tegen de bus duwt. “Jij gaat de bak in, ik hoorde je ‘fuck’ zeggen!” Schuim op z’n lippen. Dat was even niet de bedoeling. “Laat hem maar”, zegt de ander, en geeft me de uitgeschreven bon, “maar nu heel snel wegwezen jij!” Dat doe ik maar. Ou la la in Saint Tropez…
2 Responses to Le Gendarme de Saint-Tropez – 22 januari