Ik woon in de grachtengordel, dus ik kijk Zomergasten. Met alleen kijken ben je er niet: je moet er de week daarna ook over praten en een mening hebben over de gasten of presentator. Daarom zeg ik dat ik medelijden kreeg met het spartelen van Carice en die Margriet helemaal niet zo slecht vond. Alexander Pechtold vond ik leuk, maar dat bleek een verkeerde mening: ik had moeten zien dat hij nietszeggend en plastic was. Stom van me.
Wanneer ik Zomergast ben, zal de avond in het teken staan van de kunst. Dus vul ik de drie uur met beelden van Johan Cruijff, hooguit met wat Dennis Bergkamp voor de afwisseling. Zoiets:
- No. 14 (’71), fragment uit beroemde documentaire over jonge Cruyff – 3m18
- Goal tegen Haarlem (’81) -1m58
- De maestro legt de ruit uit, Barend & Van Dorp (’04) – 5m11
- Onnavolgbaar in interview over geld (’74) – 1 minuut
- Un Momento Dado (’04), documentaire over zijn Catalaanse tijd – 1m52 filmtrailer
Dat vinden ze natuurlijk nooit goed, daar bij de VPRO, al is ‘t maar omdat sport low culture is. Terwijl er genoeg te bespreken is over Cruijff: zijn genie, ook binnen het veld. Of zijn maatschappelijke betekenis, in Nederland en Spanje. Om het persoonlijk te maken -want dat moet bij Zomergasten- zou ik willen vertellen dat ik Cruijff en mijn vader steeds meer op elkaar vind lijken: dezelfde o-benen, tengere bouw en kordaat loopje, als dat van een vogeltje, allebei onwaarschijnlijk eigenwijs, maar gelukkig milder geworden.
Maar ik ben nog geen Zomergast. Volgend jaar pas. Om te oefenen wil ik je wel alvast een prachtig fragment laten zien dat ik vorige week op televisie zag, geen Cruijff, wel sport. Zo zou het dan kunnen gaan:
In het fragment waar we nu naar gaan kijken, zien we de Amerikaanse verspringer Dwight Phillips. Vorige week, tijdens het WK Atletiek in Berlijn, bracht hij samen met een NOS-ploegje een bezoek aan een Jesse Owens-tentoonstelling. De zwarte Owens was de grote ster tijdens de Olympische Spelen in Berlijn, in ’36, tot ongenoegen van Hitler die hoopte op een demonstratie van blanke suprematie. We zien Phillips, een dag voor hij in dat zelfde stadion wereldkampioen zou worden, kijken naar beelden van zijn grote held en voorganger.
Die zijn indrukwekkend, maar het mooiste vind ik Phillips zelf. Beschaafd en geestig, maar vooral fris, fit en ontspannen, kenmerkend voor een man die goed in zijn lichaam zit: dat is wat sport met je kan doen. Laten we kijken: Dwight Phillips bij Jesse Owens-tentoonstelling in Berlijn (4m35, Sportjournaal 19 aug)
p.s. Vind je mijn blog iets, nomineer ‘m dan voor de Dutch bloggies: http://www.dutchbloggies.nl
11 Responses to Zomergasten