Een minuut voor de aftrap loopt clubeigenaar Mohammed Al Fayed, ja, die van Harrods en van Dodi, onder luid gejuich het veld op om een praatje met de spelers te maken. Zitten ze natuurlijk niet op te wachten, maar goed, de man betaalt hun salaris. Zaterdagmiddag, 3 uur, Fulham-Liverpool. Craven Cottage, een knus oud stadionnetje midden in een woonwijk, is tot de nok gevuld.
Tegenover ons zit the Red Army, 3.000 Liverpool-supporters, 90 minuten lang zingend. Maar ook bij ons zitten er een paar, gemoedelijk tussen de Fulham-fans. In Engeland was toch zo’n gedoe met hooligans? Al jaren niet meer. Er staan zelfs geen hekken meer om de vakken. Zet mensen in een kooi en ze gedragen zich als beesten. Nu kan je ‘t veld zo op, als je dat zou willen – dat je daarmee een levenslang stadionverbod riskeert, helpt de zelfbeheersing.
Het is rust, de stand 1-1. Een mascotte probeert het publiek te vermaken. Het is een nieuwe, hoor ik. De vorige dacht in z’n vogelpak in billen en borsten te kunnen knijpen en is opgepakt wegens sexual harrasment. Hij vertoont z’n potsen voor goeddeels lege tribunes: bijna iedereen staat in de catacomben, hard aan het bier, lager of ale, maar in ieder geval geen malt. Wel verdiend, want ze staan al zeker 45 minuten droog en da’s lang voor een Engelsman op een zaterdag.
Vrouwenvoetbal kan nog zo populair worden: voetbal blijft a guy’s thing. Voetbal verbroedert (bestaat ‘verzusteren’ eigenlijk?). Samen op de tribune zitten, juichen en klagen, samen slappe grappen maken. Mannen hebben ook meer talent om fan te zijn, als je ‘t mij vraagt. Het vraagt een kinderlijkheid waartoe vrouwen niet in staat zijn, misschien is dat ‘t. Ik heb ‘t er wel eens met vrouwen over en ze zijn het hartgrondig oneens met me. Ze begrijpen voetbal echt, ze zijn fan, zeggen ze, maar met een oranje pruik in een kroeg staan als het Nederlands Elftal speelt is niet wat ik bedoel. Nick Hornby heeft ‘t geprobeerd uit te leggen in ‘t prachtige Fever Pitch, een roman over zijn liefde voor Arsenal. Toen nog zelfkwellend: het boek speelt een paar jaar voor de entree van Dennis Bergkamp, toen de club nog bloody boring was.
Fulham wint met 3-1, verrassend. You never walk alone, bezingen de Liverpool-fans hun helden troostend. You never walk with him, antwoordt de Fulham-aanhang pesterig over de scheidsrechter die Liverpool twee dubieuze rode kaarten gaf – en misschien nu wel met z’n vrouw een middagje mag winkelen in Harrods op kosten van Mister Al Fayed. Rustig loopt het stadion leeg, door het park, langs de glinsterende Thames, op naar de pub.