Griepprik: de Ark van Noach

Ze stonden tot voorbij de brug. Van een afstand zag ‘t er uit als de rij voor een gaarkeuken, 40 meter mensen kleumend wachtend op koolsoep. Was de crisis dan eindelijk begonnen? Pas dichterbij zag ik waar de rij naar toe ging en begreep ik dat die mensen voor hetzelfde kwamen als ik: de Mexicaanse griepprik. Ik parkeer m’n fiets en sluit aan.

nurse-holding-hypodermic-needle

‘Ik reis heel veel, malariapillen neem ik nooit,’ doet een mevrouw achter me interessant. De vrouw voor me is aan ‘t bellen, in het Frans, en kijk, zelfs Willem Nijholt komt voor de prik. Zijn lachje, anders zo vilein, klinkt nu wat nerveus. Het is een bonte verzameling snobs hier op de Reguliersgracht – vergeef me mijn grachtengordelverhalen, maar da’s nu eenmaal waar ik woon. Ben er ook niet trots op.

Een voorbijganger groet een bekende. ‘Nee, ik krijg ‘m niet,’ zegt hij, misschien wel voor ‘t eerst zuur dat hij nog geen 65 is. ‘Nee,’ denkt de rij, ‘jij niet, stakker, en loop nou maar door voor je ons op de valreep nog ziek maakt.’ Zo is het eigenlijk: de huisartspraktijk is de Ark van Noach, deze grachtengordeldieren mogen aan boord, zij zijn gered – de anderen niet. Zij: zwangeren, 65+, kleine kinderen. Profvoetballers, artsen, verpleegsters en onmisbaren. En ik, hors categorie.

Ja, waarom ik? Nou, omdat ik een paar jaar geleden bij de dokter had geklaagd over aanhoudende keelpijntjes. Om van het gezeik af te zijn, heeft de dokter me toen een neusspray voorgeschreven, die ik vervolgens zelden gebruik. En die neusspray heeft me nu een plek in het risicovak van de Ark opgeleverd – o goddelijke voorziening!

Voetje voor voetje schuifelen we de praktijk binnen, de gang door tot in de bomvolle wachtkamer. Hier is de stemming bijna jolig, als een klas op schoolreis in een mix van zenuwen voor de prik, maar vooral in opgewonden wetenschap dat redding nabij is. Ik hou me afzijdig en steek mijn neus en mond diep in de kraag van m’n jas, zo min mogelijk ademend: een wachtkamer, zeker zo’n volle, is een broedplaats voor virussen, bacteriën tieren er welig.

‘Meneer Kuiper?’
Hoogbejaarde meneer Kuiper is voor de gelegenheid keurig in pak, compleet met z’n lintje.
Wat nou als ze mij overslaan, omdat ze begrijpen dat ik die prik helemaal niet nodig heb?
‘Mevrouw Wolfs?’
Wat nou als dat vaccin ineens op is?
‘Meneer Schalekamp?’

Even later loop ik naar buiten, pleister op m’n bovenarm. Ik ben gered.

This entry was posted in Uncategorized. Bookmark the permalink.

4 Responses to Griepprik: de Ark van Noach

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *