Wie laat wie nou uit?

Geef mij een hondenleven: de hele dag tukken in de zon, om af en toe wakker te worden voor een bak voer of een wandeling waarbij je overal mag pissen en je ongestraft aan een ieders geslachtsdelen mag snuffelen. Balou en Mootje zijn de honden van de Boussarelle. Ik weet niet wat voor merk ze zijn, geen Dobermann en ook geen Sint Bernard, in ieder geval. Ze zijn van het soort dat hard achter fietsers rent, zoals de mountainbikers die op het pad achter het huis een paar keer per dag voorbij komen. Die jagen ze de stuipen op ‘t lijf door hen pijlsnel, zij aan zij, te achtervolgen, honderden meters happend naar hun voeten.

Mootje mag ik niet – of zij mij niet, da’s eerlijker, want daar begon ‘t mee. Balou en ik zijn vrienden en ik weet heus wel waarom, ik verbeeld me niks: niet om m’n geld en ook niet om m’n uiterlijk, maar puur vanwege de wandelingen die ik elke dag met ‘r maak. Elke middag, een kilometer of 7.

Dat vond de dokter verstandig, een beetje beweging, maar ik zelf ook, want wandelend doe ik de beste ideeën op. Einstein kreeg die in een schommelstoel, met een loden bal tussen zijn knieën. Al wiegend viel hij bijna in slaap, maar als dat gebeurde zou de bal vallen en zo bleef hij in een staat tussen waak en slaap, waar ontvankelijkheid voor creativiteit het grootst is. Maar goed, ben Einstein niet: ik heb geen schommelstoel.

Ik loop en maak zo nu en dan wat aantekeningen. Balou loopt de ene dag met me mee, de andere dag verdwijnt ze in het bos om een kwartier later weer op te duiken, onder de modder of met een stuk konijn of een te grote tak in haar bek. We komen zelden iemand tegen, maar die paar ontmoetingen zijn wel meteen bijzonder. Zoals die knul die bij de vijver zat, met leren jack en gitaar. Hij zong One van U2. Behoorlijk vals en zeer aanstellerig, waar die gelukkig meteen mee stopte toen Balou grommend voor ‘m stond. Of die hardloper die ik steeds dichterbij hoorde komen, en die, toen ze om de hoek opdook, non bleek te zijn, in haar habijt, wel met joggingschoenen. Rooie Nikes, ik zweer ‘t je.

Elke middag, om een uur of 5 staat Balou onder m’n raam, steeds harder blaffend tot ik me buiten heb gemeld en we op pad mogen, het bos in – wie laat wie nou uit?

This entry was posted in Uncategorized. Bookmark the permalink.

2 Responses to Wie laat wie nou uit?

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *