Het waren de walmen die opstegen uit de ventilatieroosters, vooral in de winter. De geur van goed-voor-mekaar. Het Amstel Hotel. Mijn bedrijf, net gestart, zat op een steenworp, dus liep ik er vaak langs. En als Sjakie ging ik op een goeie dag de Chocoladefabriek binnen en ontdekte dat de lucht kwam uit de Health Club. Bedoeld voor hotelgasten, maar je kon ook lid worden, al was dat niet bepaald goedkoop. Van mijn eerste winst, nam ik me plechtig voor, zou ik het lidmaatschap van de Amstel Health Club betalen.
Ben nu zo’n 7 jaar lid en kom er vaak en graag. Het blijft een feest: de marmeren trap op, de houten draaideur door en dan via de imposante lobby, waar het personeel me vriendelijk groet, met de prachtige lift naar beneden. Daar is het sportschooltje, klein maar o zo fijn. Geen irritante house, maar een zwembad, geen tatoeages, maar vruchtensappen, een mooie kleedkamer en verse kranten. De leden van de club zijn heel gewoon gebleven, wat niet geldt voor de gasten. Soms zie je een vette Arabier met zijn Russische escort, wat extravagante modellen en natuurlijk veel celebrities. Bono, Elvis Presley, maar ook Bruce Springsteen met een zwikker in zijn te strakke rode zwembroekje.

En Elizabeth Hurley. Met haar zat ik in de sauna. Het zag er goed uit, maar dat zij het was, begreep ik pas even later, toen ik op een bedje aan het zwembad in Het Parool las dat Liz Hurley voor een dagje in town was om de opening van The Millionaire Fair te doen. Ze zou zich verkleden in het Amstel Hotel, stond er. Intussen was een man met een grote tas en make-up-kist de dameskleedkamer binnengegaan.
Toen ze na een half uur in vol ornaat die kleedkamer uitkwam, wilde ik alsnog mijn kans grijpen: ‘Now I recognise you, Liz!’
Ze keek me vragend aan.
‘We met at Annabel’s, last year,’ blufte ik, ‘don’t you remember?’ Als ik ‘r hiermee op straat had lastig gevallen had ze vermoedelijk haar guard op me afgestuurd, maar in deze setting kon het waar zijn, ook al omdat Annabel’s een Londense club is waar zij geregeld uithing.
‘What are you here for?’ Nou, voor die beurs, zei ze.
‘But you can’t go there just by yourself,’ vond ik. ‘I have a great idea: I’ll join you!’ Leek mij wel grappig om met haar uit een limo bij de Grote Proletenbeurs te stappen.
Liz moest even denken, toch zeker een seconde of 5 en zei: ‘Thanks, but no.’
Gisteren stond ik op de ene loopband, toen op de andere Jermaine Jackson stapte. Ben niet zo snel starstruck, maar vond het toch gek om ineens naast de broer van Michael te staan. We hadden een heel bijzonder gesprek. Jermaine vroeg: ‘How are you?’ Ik antwoordde: ‘Fine. Have a good run.’ Een aardige kerel, maar een groot loper was-ie niet: hij liep 6.8 km/u tegen een helling van 1,5%, onderwijl zwetend zoals ik nooit iemand had gezien – het regende op de loopband. Zo holden we naast elkaar, een minuut of 20. Na een tijdje zette Jermaine zijn IPod op. Hij luisterde naar Don’t Stop Till You Get Enough. En dat ontroerde me.
2 Responses to Jermaine