Ze is modischer gekleed dan ‘t Marokkaanse meisje aan de andere kant van het gangpad: kek rood leren jackie, fancy baret en grote blauwe zonnebril. ‘Als u ‘t niet errug vindt, hou ik m’n bril op,’ zegt ze, ‘ik weet dat ‘t onbeleefd is, maar ik ben net aan m’n ogen geopereerd.’ We zitten in de trein van Rotterdam CS naar Hoek van Holland. Een conductrice vraagt om plaatsbewijzen en wil dat mevrouw ook haar 65+kaart laat zien. Mopperend vist ze die uit haar handtas. ‘Misschien geloven ze niet dat u 65+ bent,’ meen ik. Ze heeft me net toevertrouwd dat ze 83 is.
Ze woont al 30 jaar in Vlaardingen, maar daar vindt ze ‘t helemaal niks. Ze is Rotterdamse en dat pakken ze haar niet af. ‘Ik heb de stad nog in brand zien staan, jongen, ik woonde op de Goudsesingel, niemand kan zich voorstellen hoe vreselijk ‘t was.’ Ze komt nu net van de Lijnbaan, waar ze haar rondje heeft gelopen en een bakkie heeft gedronken, als elke dag. ‘Ja jongen, wat moet ik nou thuis?’ zegt ze, meer tegen zichzelf.
Station Vlaardingen-Centrum. Sommige mannen zijn een babemagnet, ik trek ouwe dametjes aan: nummer 1 heeft haar hielen nog niet gelicht of de volgende hoogbejaarde vraagt of ze naast me mag zitten.
‘Heeft u gerend?’
‘Ja,’ hijgt ze na, ‘ik kom net uit ‘t ziekenhuis.’ Ik zie ‘t verband niet, maar wel een pleister.
‘Is ‘t errug?’ vraag ik. Zodra ik binnen 10 kilometer van mijn geboortestad kom, praat ik mijn moers taal, dat gaat vanzelf.
‘Nou, ja, dat weet ik nog niet. Ik had een plekkie op m’n wang. De dokter hep ‘t op kweek gezet.’
Even stil. Buiten schuiven flats en industrieterreinen voorbij.
‘Maar ja, ach, wat geeft ‘t,’ pakt ze de draad weer op. ‘Als je aan de beurt bent, ga je. Je moet niet klagen.’ Ze is 80 jaar, maar fletsblauwe ogen en de pleister geven haar iets meisjesachtig. ‘Want,’ zegt ze samenzweerderig, ‘klagen, da’s niet goed voor je. Ik hep de oorlog meegemaakt, ik gaat niet klagen. Laatst zat mijn buurvrouw te klagen. Ik zeg, moet ik effe een spiegel halen, kan je zien hoe lelijk je bent zo.’ Haar man is overleden op z’n 56ste, vertelt ze. Kanker. Hij werkte bij Buizerd & Van Ham, da’s nu van DSM, ze wisten niet dat die stoffen waarmee hij werkte zo gevaarlijk waren. ‘Op z’n sterfbed zei die, hij zei, Greetje, zorrug nou maar dat je plezier hep.’
Bij Hoek van Holland-Haven stapt ze uit. Ik een station later, Hoek van Holland-Strand.
One Response to Van oude mensen