Tijd voor het echte verhaal, omdat het zo’n mooi einde heeft. Het zit zo. Toen ik twee jaar geleden begon aan mijn boek had ik nog geen uitgever. Heel gewoon, niks aan de hand, dat kwam nog wel. Die zomer zou ik mijn bijna voltooide manuscript aanbieden aan de zes beste Nederlandse uitgevers, die dan maar om mij moesten vechten.
Ze wezen het af.
‘Goed geschreven, maar die verhaallijn klopt niet.’ Of: ‘motief van hoofdpersoon is onduidelijk.’ En: ‘dialogen te lang.’ Niet goed genoeg. En omdat die uitgevers dagelijks stapels manuscripten voor hun kiezen krijgen, heb je maar één kans. Die was nu verkeken.
Nadat ik uitgehuild was, zag ik ook de goede kant: de uitgevers hadden in ieder geval de moeite genomen om het te lezen, er deugde veel wel en hun kritiek sneed hout. Ik moest leren, zo simpel was het. Dat deed ik, ik werd beter, zeker ook vanaf het moment dat ik begeleid werd door twee ervaren redacteuren. Goed, dacht ik herfst 2009, die top kon ik vergeten, maar de subtop, dat moest lukken en daar zou ik ’t aanbieden wanneer het manuscript beter was.
Zover is het nooit gekomen. Ik ontmoette Gregor Witteveen, die net zelf 40.000 exemplaren had verkocht van zijn business-thriller, Bonus Time, onder zijn eigen label Juliette Books. De Nederlandse John Grisham wilde nu een e-bookuitgeverij beginnen voor naar het Engels vertaalde auteurs. Of ik mee deed.
En mijn Nederlandse papieren boek dan? Dat zou ik zelf uitgeven, maar wel met het logo van Juliette Books, dan lijkt het nog iets. In argeloze ogen tenminste, want kenners trappen er niet in. Recensenten bijvoorbeeld, zouden denken ‘ken-ik-niet-dus-zal-wel-niks-zijn’. Boekwinkels willen hits in hun schappen en doen liever zaken met bekende partijen. Het zou zwaar worden. Maar ach, kwaliteit zou overwinnen en ik ging vol goede moed door. Nu het happy end.
Omdat mijn boek een Engelse versie nodig had, benaderde ik deze winter een vertaalster. Ze wilde beoordelen of ze iets met mijn werk kon en vroeg twee hoofdstukken. Een weekje later, ruim een maand geleden, reageerde ze. Ze vond het enorm goed, maar, wilde ze weten: ‘wie geeft het uit? Want ik ben behalve vertaalster redacteur bij De Arbeiderspers. Ik ben nieuwsgierig. Mag ik het hele manuscript lezen?’ Tuurlijk, dat mocht, maar ik verwachtte er niets van, bovendien had ik de drukker al opdracht gegeven voor het maken van 2000 exemplaren.
Michele, zo heet ze, las het, anderen ook. Toen, nooit eerder vertoond in Nederland: twee weken voor lancering van een boek in eigen beheer meldde De Arbeiderspers het graag te willen uitgeven. Zo komt het dat ik afgelopen maandag mijn druk presenteerde en dat over een maand de tweede volgt, die van De Arbeiderspers.
De Arbeiderspers, uitgever van Joost Zwagerman, Maarten ‘t Hart en Anna Enquist. En, mooi toeval, van mijn oud-oom Jean Schalekamp. Denk nou niet ineens dat wij allemaal schrijven. Mijn familie schildert. Huizen – kunst is voor mietjes, dat weet iedereen. Ik ben trots.
Pingback: Tweets that mention Zo zit het – De Arbeiderspers | De Parvenu, leest dat boek -- Topsy.com