Het was even wennen. Harry was er niet, Arnon evenmin, maar Joost, Kader, Tommy, Gerrit, Ramsey, Jan en Youp wel. En heel veel andere reuze belangrijke mensen uit de boekenwereld, plus hun man/vrouw/levenspartner. ‘Ik heb enorm genoten van je laatste boek,’ zei ik tegen iedereen, vooral tegen diegenen van wie ik vermoedde dat ze nog nooit iets hadden geschreven.
Het was mijn tweede Boekenbal, na het eerste in ’98. Harry was er toen wel, de meeste andere schrijvers ook, hun faam en intellect hield gelijke tred met de groezeligheid van hun jasjes. Ik vond hen behoorlijk interessant, zij mij niet, wat enigszins veranderde toen ik ergens achter een gordijn een emmer met munten had gevonden en een blad gin-tonic bestelde. Die eerste keer was ik er onuitgenodigd, binnen dankzij mijn perskaart.
Niet dat ik journalist was: die kaart had ik zelf gemaakt. Dat was ooit nog best een gedoe, zo’n twintig jaar geleden: naam van een persagentschap verzinnen, logo maken, serieuze pasfoto vinden, plastificeren bij de copyrette, maar photoshop maakte de laatste updates een fluitje van een cent. Ik heb enorm veel plezier gehad van mijn perskaart, vooral in het buitenland. Nooit hoefde ik meer in de rij te staan bij Musée d’Orsay of een hippige club: vriendelijk maar beslist flashte ik de kaart en de deur ging open. Van tevoren bellen of faxen bezorgde me tickets voor het North Sea Jazz, een plaatsje op de perstribune van San Siro, Camp Nou en Stamford Bridge, helikopterskiën, zelfs een tochtje over de rode loper in Cannes.
Een paar jaar geleden ben ik er mee gestopt. Te vaak vond ik het vervelend dat ik eigenlijk niets te zoeken had op weer zo’n mooi event, vervelend dat ik telkens een toneelstukje moest opvoeren, dat alleen een valse identiteit mij toegang verschafte. Het is zelfs het thema van mijn boek: je beter willen voordoen dan je bent – in feite ben ik geen haar beter dan mijn liegende hoofdpersoon Hugo.
En daarom was het even wennen, afgelopen dinsdag, om bij het Boekenbal gewoon naar binnen te kunnen wandelen, te kunnen dansen en drinken zonder de oude angst op een kwaad moment een hand op mijn schouder te voelen van een beveiliger, de boze PR-vrouw ernaast: ‘Ja, dat is ‘m, gooi ‘m eruit!’ De schrijverts onthaalden hun nieuwe collega echt niet juichend, het spandoek met ‘Welkom Mark’ heb ik ook gemist, maar toch, het was goed: ik mocht er zijn. ‘Goh, leuk je nou in het echt te ontmoeten,’ zei ik dus nog maar eens een keer tegen een of ander artistiek typje, ‘ik heb enorm genoten van je laatste boek.’
2 Responses to Boekenbal, en dat zonder perskaart