In mijn hotel in Jurmula, de badplaats bij Riga, zit behalve een nagelsalon, een oesterbar en een casino ook een legal support center. Niet vanwege een mogelijk geschilletje over de minibar, maar vanwege de Russen. Hier wordt hun uitgelegd hoe ze het makkelijkst een huis kopen in Letland, en dat ze daarmee ook ingezetene van het land zijn – en dus van de EU. Als je huis tenminste 150.000 euro kost, maar dat is wat een beetje Rus op één avond in het casino verspeelt, dat is ‘m dat vrije reizen binnen dat sjieke Europa wel waard.
De Russen komen. En eigenlijk waren ze er al: 35% van de Letse bevolking is van Russische afkomst, in hoofdstad Riga zelfs de helft. Ik zag er wel meer in de straten van Riga. Mijn niet eens zo geoefende oog herkende het soort vrij snel: vrouwen in iets lichter gebleekte spijkerbroek, iets meer make-up. Mannen die net iets harder rijden, net iets harder praten. En hoewel ze er al vele generaties wonen, zijn ze tweederangs, die Letse Russen. Hun taal wordt niet erkend, ze worden zorgvuldig buiten de regering gehouden.
Het kan overigens nog erger: een zesde van de inwoners van het land is statenloos. Ze hadden een Soviet-paspoort, maar toen Letland in ’91 onafhankelijk werd, werd dat ongeldig verklaard. ‘Niet-burgers’ worden ze genoemd, ‘aliens‘ ook wel, stemmen mogen ze niet. Het was zo goed als onmogelijk om Let te worden, al zongen ze het volkslied op hun kop. EU-lidmaatschap heeft dat enigszins vergemakkelijkt.
Onder mijn hotelraam stond een Rus midden in de nacht ruim een uur luidkeels dronken te zijn. Bij het ontbijt bestelden dikke Poetintjes champagne voor hun blonde snollen, om daarna bij de juffrouw in het legal support center wellicht een huisje te kopen. Ze zijn kennelijk van harte welkom – de ene Rus is de andere niet.