Z’n magere handen liggen in zijn schoot, zijn vingers friemelen met zijn pet. Op straat een meneer, maar hier, op het hoofdkantoor, in de kamer van één van de chefs, had het pistool aan zijn riem even goed klappertjes of water kunnen schieten. Ik zit naast ‘m op het bankje, haaks op ons zit Leonora, een tolkje, naast haar de politievoorlichter en tegenover mij, hoog op haar stoel, zit mevrouw de chef, een struise vijftiger.
Of hij iets kon zeggen over de bronzen beelden naast de ingang, vroeg ik de agent, want hem zou ik interviewen. Het tolkje ratelde, de voorlichter schreef driftig mee en mevrouw de chef zag toe.
‘Nee,’ zei de agent. Klaar.
‘Is er een verschil met de politie van voor 1991, toen het land nog communistisch was?’ vroeg ik.
De agent had tolkje echt niet nodig om mijn vraag te begrijpen, maar wachtte lang voor hij zei: ‘Weet ik niet, toen werkte ik er niet.’
En hoe het kwam dat er beneden in de gang de foto’s hingen van de commissarissen vanaf 1991, niet van eerdere?
‘De Slowaakse politie bestaat pas sinds 1991,’ spreekt de voorlichter voor zijn beurt.
Een soldaat met een mitrailleur en een vrouw in uniform links, rechts van de deur drie arbeiders in de weer met grote radars, dat zijn die beelden. Nogal van voor 1991. In dit zelfde gebouw, massief en somber, de gangen lang en donker, werden de Bratislaven verhoord en mishandeld in de jaren ’60. Zoals priester Anton, nu 85 jaar, local celebrity voor Youropeans, die tien jaar in een strafkamp zat omdat hij een ‘gevaarlijke’ priester was (en later uit de Katholieke Kerk gezet om dezelfde reden: zoveel verschilden Rome en Moskou nou ook weer niet).
De priester ontving me in een flatje van twintig vierkante meter in een mistroostige buitenwijk. Had koeken gebakken voor me en bood wijn aan van zijn broer, gebotteld in een Coca Cola-fles. Was ontroerend en wijs in een mengeling van Duits en Engels. En bracht me daarna, omdat het stortregende terug naar het centrum in zijn oude auto. Reed zeer sterk voor een 85-jarige, zonder bril.
Het interview was afgelopen. De agent mocht weer buitenspelen, tolkje kon naar huis, de voorlichter keek zuinig en de baas had nog een tas met cadeautjes voor me. Een alcoholtest, een pen en kladblok en een regenponcho. Wel aardig van ze. Deden ze vroeger vast niet.
One Response to Oude tijden – Bratislava