Nieuwe buren – Amsterdam

Mijn eerste Amsterdamse buurman was een drugsbaronnetje. Een Italiaan met een derdehands Ferrari en blonde snol. Tegelijk was hij mijn huisbaas: met drie vrienden huurden we de twee verdiepingen boven hem, pal tegenover de ingang van de Albert Cuypmarkt. De huur wilde hij cash, 2500 gulden, die hij niet telde, want ‘I trust you guys. And if it’s not okay, I’ll find you.’ Bovendien, meldde Scarface’s late leerling doodleuk, kon hij ons te allen tijde binnen 24 uur uit huis krijgen, ‘with or against the law’. Na een paar maanden zagen we ‘m niet meer, de huur moest zelfs per bank. We hoorden wel steeds vaker een sonore brom van beneden en de geoefende neuzen van mijn huisgenoten roken hasj. We deden aangifte, de politie een inval en een fikse plantage werd ontmanteld.

Onze andere buren waren fijner, vooral de meisjes van het dispuutshuis om de hoek. Om hen binnen te lokken organiseerden we geregeld een buurtborrel, waarvoor verder eigenlijk niemand was uitgenodigd. Na een paar jaar, toen onze nieuwe huisbaas -een echt grote boef, even later geliquideerd- ons vertelde dat we op moesten duvelen, was het uit met de post-studentenpret.

Mijn tweede Amsterdamse adres was aan het Minervaplein, in Zuid. Daar woonde ik in m’n eentje, vijfde verdieping, in een gebouw waar verder eigenlijk alleen maar stokoude vrouwtjes schuifelden. Ze wisten me goed te vinden wanneer de lift weer eens kapot was en er boodschappen de trappen op moesten. Hugo Stadman, hoofdpersoon uit De Parvenu, heb ik daar laten wonen.

Het volgende huis woonde in de Andreas Bonnstraat, Oost. Daar waren mijn onderburen prima, de Marokkaanse buurvrouw links een schat met veel babbels en een bloemenkraam, rechts woonden een operazanger en zijn Deense vriend. Aan de overkant een kroeg, waaruit in weekends een teringherrie kwam, een mix van Surinaams gelal en salsa. Boos kon ik er maar niet van worden, dat lukt me slecht met Surinamers.

Laatste stop was de Nieuwe Prinsengracht, sinds 2007. Hemelsbreed een verhuizing van 300 meter -m’n Albert Heijn is dezelfde gebleven- maar aan de gracht alleen maar nette mensen. Niks mis mee overigens. De meeste van mijn goeie buren ken ik, wat ik belangrijk vind: daar gaat Youropeans over. En nu vertrek ik in mei, na 20 jaar en met moeite, naar Berlijn, de stad die in mijn Europees vergelijkend warenonderzoek het beste is bevonden. Neue Nachbarn!

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

3 Responses to Nieuwe buren – Amsterdam

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *